America een winkel

Misschien is Amerika wel een winkel en alle klanten wonen in. In hun woonkamer hebben ze allemaal een kleine etalage, waarin af en toe films worden vertoond en samenspraakjes. Maar de meeste tijd kun je er kijken naar al het moois en snels en knapperigs wat beneden in de winkel te koop is. En als de krant komt is het eerder een prospectus van de firma met wat nieuws en commentaar dan een echt nieuwsblad.

De vreemdeling die pas aankomt in dit land weet nog niet waar hij kijken moet. Hij kan het niet helpen dat hij als hij naar de uitgang zoekt, steeds weer stuit op bordjes Cadillac, ‘bijzonder Cadillac’, en dat hij, voor hij het richtingbord naar New York ontdekt heeft, al twaalf keer heeft moeten lezen dat alleen Lucky Strike de ware smaak in zijn filtersigaretten doet. Dat is allemaal erg leerzaam en erg vermoeiend.

Sommige reclames zijn onverwacht mooi: op de televisie een cocktailparty van dure mensen in een zaal met leren wanden. Het gezelschap spreekt beschaafd over steunzolen, de allerzachtste, dan rijdt de camera uit en de kijker ziet dat dit een feestje was van miniatuurmensen in een reuzenschoen. Of: een stralende huismoeder bombardeert vanuit haar éénmans jachtvliegtuig de dorpen en de landerijen ver beneden haar. Ontploffingen en rook, net als in het echt, maar dit keer was het de schoonmaakbom!
De publiciteit is opgetrokken uit een stalen opgewektheid. Niet iedereen is daarvoor altijd in de stemming. Dat maakt dan wel eens sikkeneurig. Een grote woede tegen het Amerikaanse bedrijfsleven kropt op. Razernij tegen de hoofdpijnpoederman die voor het televisienieuws betaalt en die om ons van dienst te zijn foto’s heeft laten overkomen van de dode Vietnamese kinderen van de dag. Dan wil hij pal daarop ‘één ogenblikje voor onze sponsor’, dat is dan voor zijn tandpasta, die alle moordenaarskiezen blinkend wit zal poetsen, via een chemisch procédé met veel schuim en pijltjes getekend naar de tanden. Reclamedingen schuimen, zijn knapperig of glanzen. En dan wordt uitgelegd waarom. Inderdaad, als alles steeds maar schuimde en knapperde en glansde zou de wereld misschien veel mooier zijn.

Zo zijn langs de wegen de bermen ingenomen door een vrolijke groet van de winkelier, in elke treinwagon heeft hij een opgewekte boodschap voor ons, in de bioscoop wil hij nog vlug iets leuks vertellen en zelfs wie de tijd opbelt fluistert hij eerst nog goed nieuws in over telefoons in lentekleuren. Eerst maakt dat zenuwachtig, dan kwaad. Kwaad op een volk dat zijn leveranciers niet van de achterdeur weet te houden en hun grijns steeds maar weer in de huiskamer toelaat. Dat kan geen volk van kerels wezen, het moeten moeders-kinderen zijn die geen stap durven verzetten zonder een bemoedigend woord van de kruidenier en de drogist, een luchtige raad van Miss Krentenbrood of van de anti-zweet schoonheid. Steeds maar weer moet iedereen ervan worden verzekerd dat toch echt op elk probleempje een goedkope, voordelige en afdoende oplossing bestaat.

De reclame stelt elkeen gerust in zijn kleine zorgen. Het is het vervolg op de slotzin van het sprookje: ‘en zij leefden nog lang en gelukkig’. En de Amerikanen kunnen er maar niet genoeg van krijgen te horen hoe dat gaat. Dus krijgen zij de nieuwe sprookjes voorgeschoteld. Dat zijn korte verhalen, meesterlijk van verteltechniek en allemaal handelend over hetzelfde personage: de consument. En dat zijn wij. Klein Breintje is altijd blij want zijn boter smeert zo prachtig uit dat hij een potato-chip kan boteren zonder hem te breken. Zijn hoofdpijn verdwijnt in een wip als hij dat lekkere snoepje slikt. Zijn auto kan het hardst van allemaal, geld kan hij op elke straathoek lenen zonder paperassentroep en tegen de liefste voorwaarden. Er bestaan geen problemen meer, er bestaan geen hindernissen. Geen pijn en geen vermoeidheid; ziekte en verdriet zijn opgeheven. Het is voorgoed luilekkerland. De knapste schrijvers en de beste tekenaars vertellen dit sprookje elke minuut van de dag, overal waar iemands aandacht hem een ogenblik ontfutseld kan worden. De Elyzeese velden bestaan heus, er is een bijna-hemel, hier en nu, voor iedereen die horen wil.

Het hiernamaals is hier op aarde: dat is de boodschap van onze sponsor.
Voor wie er niet in gelooft blijft er een kans op aards geluk.