NRC 8 juni 1985
De ouderdomsziekte van de evolutie (2)
In Moskou was ons vrolijk groepje gelogeerd in hotel Het Adelaarsjong in de Universiteitswijk. Aan het gezamenlijk reisprogramma kon ik verder niet deelnemen wegens andere verplichtingen, maar het aardige gidsje maakte daar helemaal geen probleem van. Mijn reisgezel en ik waren trouwens niet de enigen die spijbelden, ook anderen gingen hun eigen weg en daarbij werd ze niets in de weg gelegd.
Van thuis had ik wat adressen meegekregen van kennissen van kennissen en meteen bij aankomst belden wij op en maakten een afspraak voor de volgende ochtend. Die zondagmorgen troffen wij – ’the friends from Holland’ – in een krap flatje aan de Zuidkant van de stad een klein gezelschap aan dat zich op aangeschoven stoelen rond de gastheer had geschaard. Het was voor mij de eerste keer dat ik bij Russen thuiskwam, op zich al een voorrecht, want de meeste toeristen en trouwens ook veel Russen denken dat zulk huisbezoek bij de wet verboden is. Een misdrijf is het geloof ik niet, maar in het trappenhuis en zelfs nog in het halletje moesten wij ons stil houden om niet de aandacht van de buren te trekken met conversatie in een vreemde taal.
We waren kennelijk in een vriendenkring terecht gekomen: die mensen waren op elkaar gesteld en zochten elkaar wel vaker op, dat was te merken. Ze hadden dan ook veel gemeen. Het waren stuk voor stuk vooraanstaande geleerden, medici, biologen, wiskundigen, sommigen van wereldfaam. Zij haden allemaal al jaren geleden een uitreisvisum aangevraagd voor Israel, of voor gezinshereniging elders (Amerika dus) en dat was hun geweigerd, vandaar dat ze met zo’n 25.000 lotgenoten refuseniks genoemd worden. Het waren dus joden, maar dat kon voor hen nog heel verschillende dingen betekenen en voor de Sovjet-autoriteiten evenzeer.
De uiterlijke reden van onze komst was strikt wetenschappelijk, wij beiden zouden een voordracht houden op eigen vakgebied. En ook al was dat vak het hunne niet en haden zij van ons nog nooit gehoord, zij waren toch geïntresseerd, bij gebrek aan andere informatie.
Want, niet alleen was hun het vertrek uit de Sovjet-Unie geweigerd, zij waren voor hun verzoek sindsdien op alle mogelijke manieren gestraft. Bijna allemaal waren ze hun hoge posities aan universiteit en academie kwijt geraakt en moesten nu met vertaalwerk of assistentenbaantjes in hun onderhoud voorzien; een medisch hoogleraar werkte nu als stoker in een flatgebouw. Maar wie helemaal geen werk meer heeft, kan wegens parasitisme worden opgesloten in een werkkamp. En wie zich daarover beklaagt tegenover vreemdelingen riskeert nog zwaarder straf voor het belasteren van de Sovjet-Unie ook al zegt hij geen onwaar woord.
Toch hebben die refuseniks de Sovjet-wet niet overtreden de autoriteiten schenden hun eigen wetten en verdragsverplichtingen: bij het verdrag van Helsinki (dat Nederland mede heeft ondertekend) heeft ook de Sovjet-Unie beloofd mensen die een uitreisverzoek indienen om die reden niet te vervolgen.
Daar zaten we dus op een goede zondagmorgen negenhoog-achter in een woonkazerne in Moskou-zuid bij geestverwante collegageleerden op visite, alles volgens de wet en met goed fatsoen. En toch. Het was gezellig, de gastvrouw bracht koffie rond met koekjes en beboterd brood, het gesprek werd levendig en al gauw voelden we ons thuis, maar al die tijd werd op gedempte toon gesproken en werden de woorden behoedzaam gekozen. Alsof men daar niet onder elkaar was. Feind hört mit.
Wij kennen dat niet, al in geen veertig jaar meer. Dat de telefoon wordt afgeluisterd, alla, dat is nou eenmaal zo, dan bel je uit een cel en houdt de boodschap kort en duister. Dat de buitenlandse post niet aankomt, dat is lastig, helemaal als internationale telefoongesprekken gewoon niet worden doorverbonden. Het zijn maar plagerijen, maar daarmee wordt het wel onmogelijk om wetenschappelijk of vriendschappelijk contact te onderhouden met het Westen.
De Sovjet-Unie is groot en de exacte wetenschap is er ver gevorderd, daar kan een academicus toch ook genoeg aan hebben er zijn volop Russische vakbladen, handboeken, bibliotheken. Maar zï werkt dat niet. Wie zijn werkkring verliest wordt ook uitgesloten van laboratoria en vakbibliotheken. Voor elk onderzoek is toestemming vereist van superieuren en iedereen heeft altijd iemand boven zich die een vergunning weigeren kan op aanwijzing van nog weer hogergeplaatsten.
Het is toch een kleine moeite om een uitgestoten collega wat copietjes toe te stoppen van de intressantste nieuwe publicaties op zijn vakgebied. Maar op de copieermachine wordt goed gepast en de collega’s hebben zelf op voordracht van hun baas in de vergadering voor het ontslag gestemd, daar hoefde helemaal geen openlijke ingreep van hogerhand aan te pas te komen. Zij durven met iemand die ontslagen is helemaal geen contact te onderhouden. Dat is nog wel het meest beklemmend, dat al die academici zomaar een collega in de steek laten en dat zij dus allemaal bang zijn. De autoriteiten hoeven zelf niet eens op te treden, dat hebben ze al genoeg gedaan, het gaat verder van zelf.
Zo worden die geleerden zorgvuldig kapot gemaakt. Hun boeken worden verwijderd, alle verwijzingen naar hun werk verdwijnen, zij mogen niet meer publiceren, ze kunnen niet langer aan congressen deelnemen en krijgen niets meer over hun vak te lezen. Net zo lang tot hun kennis verdord en achterhaald is. Dan zijn ze wetenschappelijk stuk gemaakt. Dat is de ‘professionele dood’, zeggen mijn nieuwe vrienden.
Dit moet begrepen worden voor wat het is. De refuseniks worden uitgestoten en toch in Rusland vastgehouden. Maar ze zijn nog niet opgesloten of vermoord, zoals dat vroeger ging. Post-Stalinistisch Rusland is niet langer een vernietingingsstaat, maar met het Stalinisme is ook nooit afgerekend, zoals met het Hitlerisme na de Tweede Wereldorlog. De zuiveraars zelf zijn nooit weggezuiverd, ze zijn alleen maar een tijdlang uit de gratie geweest. De autoriteiten van nu ontkrachten hun eigen wetten met geheime circulaires en eigenmachtig optreden, zij hoeven niet te moorden om iemand toch stuk te krijgen. In de Sovjet-Unie heerst het totale treiterbewind.
Wordt vervolgd