Het hipster wezen

Het is nu tijd om te oordelen over Amerika. Niet definitief en alomvattend, maar voorlopig en op punten. De beste manier om te oordelen over een volk is te bezien wat het zichzelf aandoet, daaruit volgt wat het voor anderen betekent.

De buitenlandse bezoeker, zeker in Amerika, wandelt door geriefelijke hotels naar gastvrije huizen, bezoekt de monumenten en musea, maakt kennis met de welgestelde en geletterde burgerij. Hij krijgt van alles meer voorgeschoteld dan hij in een leven opkan. Zelfs de verveling is voor hem nieuwigheid. Het is hem nauwelijks voorstelbaar dat ook maar iemand nog onvoldaan kan zijn. Daarom heeft hij voor een oordeel de buitenstaanders en de randgroepen van de samenleving nodig. Zij staan niet los van de omringende wereld, maar ondergaan en vertolken in verscherpte vorm . wat in de middengroepen van het volk een vaag onlustgevoel blijft. New Left, Zwarte Macht, het rechts radicalisme en de hipsters vormen zulke uithoeken van de samenleving, waar het onbepaalde onbehagen van grote delen van de maatschappij overgaat in radicaal protest. Deze kritiek, gesteld tegenover en getoetst aan de eigen ervaring, kan de vreemdeling een oordeel ingeven over Amerika.

De hipsters zijn misschien de meest totale critici van de Amerikaanse samenleving. Waar de zwarte en linkse radicalen de zegeningen van Amerika willen veroveren voor groepen die daarvan nu nog uitgesloten zijn, willen de hipsters van de Amerikaanse leefwijze zelf niets weten. Zij zijn de opvolgers van de beatniks uit de jaren vijftig en de existentialisten van vlak na de oorlog. Maar de hippies zijn jong en al vóór de desillusie uitgestapt uit de maatschappij. Bij de hippies geen bitterheid, maar een nadrukkelijke blijmoedigheid, geen sarcasme maar een allesomvattend liefdesbetoon.

Voor de hipsters is de grotemensenmaatschappij een dodenrijk. De spontane creativiteit wordt er doodgedrukt door de tucht op school en later door geestdodende arbeid-enkel-om-het-geld. Voor liefde is in die wereld geen plaats, alleen in het huwelijk, waarbinnen zo’n vluchtige emotie zich niet laat opsluiten. De meeste mensen zijn daarom al afgestorven nog voor ze volwassen zijn, zeggen de hippies en daarmee verklaren ze wat voor de conservatieven geldt als deugd tot een slepende ziekte. De rechtse organisaties die zich vooral bekommeren om de Amerikaanse zeden, verwijten hun tijdgenoten juist laksheid en gebrek aan discipline. Alleen tucht en ijver kunnen een mens vrij en verantwoordelijk maken. De Dochters van de Amerikaanse Revolutie of de veteranen van het American Legion zien overal moreel verval dat leidt tot verwekelijking van het Amerikaans karakter.

De hipsters zien niet in waar al die hardheid goed voor is. Zij willen leven in onmiddellijk contact met hun emoties, op de toppen van hun zintuigen. Door marihuana en LSD zijn zij ontwaakt, maar eenmaal bevrijd kan het ook zonder middelen. Wie eenmaal is aangeslagen, gaat op in zijn gevoelens, gewaarwordingen en herinneringen, bloemen, beesten en andere mensen, aan geld en werk valt niet meer te denken, dat is alleen nog maar verlies van levenstijd. De rechtervleugel ziet de waarde van een mens in zijn arbeid en zijn plichtsbetoon. Dat is een mentaliteit van bouwers en spaarders. Die moraal heeft Amerika groot gemaakt, zeggen zij. De hippies vinden dat het nu groot genoeg is. Deze samenleving dwingt tot krampachtig leven om fatsoenregels op te houden waarin het geloof al verloren is geraakt en om steeds meer bezit te verzamelen waarvan de noodzaak al verdwenen is.

Het lijkt inderdaad of voor veel Amerikanen de smaak van dit leven af is. Alles is zoveel mooier op de televisie en het echte leven kan daar niet tegenop. Hoe hard de Amerikaan ook werkt voor een eigen huis, een buitenlandse reis en een gezinsleven als in de advertenties, het haalt het niet bij wat de reclames vertonen. Hij werkt zich uit de naad om nog meer spullen te kunnen kopen, moet door het kredietsysteem altijd achter zijn uitgaven aan verdienen, trimt zich in de hoop op snelle promotie tot hij er uitziet als de succesman van de plaatjes en nog schiet hij tekort, nog steeds is zijn persoonlijk leven niet zo vol en rijk als het van de populaire psychiaters moet en heeft hij het geadverteerde leven in technicolor nog niet bereikt.

Sommige mensen vinden voldoening in hun eigen plichtsbetoon en in de arbeidsdrang zelf. Zij horen van nature bij rechts. Maar veel mensen voelen zich als in een val. Niets let ze om hun leven in te richten zoals ze goeddunkt, maar niets in Amerika werkt er ook aan mee. Er is vrijheid, niet overal, maar eerder nergens, behalve in sommige buurten in de grote steden, waar de minderheden van allerlei slag elk hun eigen territoir hebben.

De hipsters zijn tijdig uitgestapt. Zij leven in primitieve anarchie, met Oosterse mystiek, uitheemse kleren en modieuze fratsen. Hun muziek en sierkunst zijn in heel Amerika doorgedrongen. Maar belangrijker dan dat, hier en nu leven zij naar hun leer en leren van dat leven. Miljoenen jonge Amerikanen worden door hun voorbeeld tot die nieuwe bestaanswijze gelokt. Zelfs als ze die niet verkiezen, kunnen ze hem niet vergeten. Rechts Amerika heeft een moraal van de noodzaak. Nu die overbodig wordt, wijzen de hipsters naar een moraal van mogelijkheden.