A. de Swaan. Tussen nul en drie. In: Zeven generaties over de oorlog. De Gids, 128, pp.180-183, 1965

Toen de oorlog begon was ik er nog niet, toen hij afgelopen was wist ik nog niet dat hij er ooit geweest was. Ik heb er voor het geheugen dan ook niets aan overgehouden, of het moest iets zijn als: granaatsintels, door oudere kinderen in levensgevaar verzameld en door mij op een zolder bewaakt tegen niemand. Wat het waren, ik weet het niet meer. Ze zagen eruit als harde paardedrollen, zoals Gerrie, de kindergek, op verzoek van de straat opvrat toen we eenmaal Oranjeboven bevrijd waren. Verder, hoe ik me ook in mezelf oprol, niets dan: ‘Een heerlijk lentezonnetje scheen in die eerste meidagen’, wat we, denk ik, op school leerden. En één lange, valse herinnering: het was al die tijd nacht, alleen af en toe wat nors vuurwerk boven Velsen. Lees meer